BekijkenKlik geluidAan / Uit
00%

Huwelijkse gevangenschap


Rechtopnee - Claudia


Toen ze elkaar voor het eerst ontmoetten was hij op vakantie, zij had schoolvakantie. Dat dacht ze. Want uiteindelijk ging Claudia nooit meer terug naar haar school.

Natuurlijk ging het allemaal veel te snel. Hans keerde een week later terug naar Nederland, maar ze spraken elkaar dagelijks via facetime. Hij was bezig met het regelen van een visum, en dat was niet 1-2-3 rond. Maar vlak na haar achttiende verjaardag viel er een ticket naar Amsterdam op de deurmat. De liefde riep, het avontuur lonkte. “Mijn familie was tegen: Hans was vijftien jaar ouder. Er waren vriendinnen die me waarschuwden of voor gek verklaarden. Ze leken wel jaloers. Op mijn knappe man, op mijn verhuizing naar het rijke Europa, op de kansen die ik hier zou krijgen op een beter bestaan.”

EEN FORMALITEIT
De bruiloft… Ze had er als klein meisje over gedroomd. Groot, én op het strand. Het werd op een maandagochtend, met z’n tweetjes, in een kil stadskantoor. Het was een formaliteit, zei haar man. Ze vond het okay. Het was toch te regenachtig voor het strand.

Maar was het een voorbode? Van een reeks tegenvallers? Claudia kreeg heimwee, en haar vrolijke vakantievriendje bleek een workaholic. “Hans was nooit thuis. Maar hij wilde wel dat ik altijd thuis op hem zat te wachten. Ik mocht nergens heen, mocht niets doen. En als hij thuis was, dan was hij te moe om iets te ondernemen.”

Dit leek helemaal niet op een sprookje. En als ze al een sprookjesprinses was, dan zo eentje die opgesloten was in de torenkamer. Als ze zich bij Hans beklaagde, werd hij woest. Dan noemde hij haar een ondankbare trut. Of erger. En soms bleef het niet bij woorden.

ÉÉN GROOT TONEELSTUK
Haar familie in Brazilië stuurde ze foto’s van haar prachtige huis, van de luxe badkamer en jaloersmakend grote tv. “Ze mochten niets weten. Voor hen was mijn leven één groot toneelstuk. Maar terug naar Brazilië, naar de armoede, uitzichtloosheid en naar gezichtsverlies… Dat wilde ik niet.”

Pas was een ruzie echt uit de hand gelopen. De volgende dag bood Hans zijn excuses aan voor de harde woorden, en nog hardere klappen. “Ik vertelde hem dat ik weg wilde, dat ik wilde scheiden. Eindelijk durfde ik dat hardop uit te spreken. Hans lachte me uit en dreigde dan naar de Immigratie- en Naturalisatiedienst (IND) te gaan. Dan zou ik volgens hem uitgezet worden.”

Ze had het later opgezocht. Het leek erop dat Hans gelijk heeft. Haar verblijfstatus is gekoppeld aan haar huwelijk, ze is juridisch én financieel hartstikke van hem afhankelijk. En dan is er nog de schaamte richting familie, die dit hele avontuur sowieso al niet zag zitten en niet zit te wachten op de terugkeer een gescheiden dochter die de familie-eer schond. Teruggaan is voor haar geen optie, ze kan dus geen kant op. En dus blijft ze waar ze zit. Vast in haar weinig sprookjesachtige torenkamer.

ALS ZE ZICH BIJ HANS BEKLAAGDE, WERD HIJ WOEST



Neegezegd - Yasamin


Tijdens haar inburgeringlessen leerde Claudia Yasamin kennen. Ze herkenden elkaar als lotgenoten, rozengeur en maneschijn werd voor beiden een horrorhuwelijk. Ze werden vriendinnen.

Yasamin was met haar tien jaar oudere man Bahram uit Iran gevlucht. Als ze nu drie jaar later terugkijkt, was dat het enige mooie dat haar huwelijk met die afgrijselijk, egoïstische, arrogante, bezitterige en jaloerse man had opgeleverd. Die vlucht naar Nederland, ver weg van het akelige regime van de ayatollahs, was positief. Op veel vlakken was haar leven in Almere veel beter dan in Teheran. Maar echt helemaal vrij werd Nederland voor haar nooit. Die vrijheid werd beperkt door haar man.

Claudia was een tikje jaloers op Yasamin, op haar moed en veerkracht. Yasamin vertelde tijdens een van de koffiepauzes over de moeilijkste beslissing uit haar leven. “Mijn huwelijk was een ramp. In Iran hadden Bahram en ik een gemeenschappelijke vijand, namelijk de Staat. We waren bang, verdrietig en boos. We konden samen urenlang mopperen over de toestand van ons land en samen dromen over een toekomst. Maar toen we hier waren, was die gemeenschappelijke vijand ver weg. Toen begon hij steeds meer al zijn frustratie en woede op mij te richten.”

GEÏSOLEERD LEVEN
Na twee jaar geruzie, raakte ze steeds meer geïsoleerd van alles en iedereen. “Ik sprak mijn familie steeds minder. Ik weet als geen ander hoe moeilijk het leven in Iran is. Daarbij vergeleken stellen mijn probleempjes niets voor. Daar wilde ik hen niet mee lastigvallen. Eigenlijk had ik alleen nog maar goed contact met mijn buurvrouw, die onze ruzies door de dunne muren door soms woordelijk kon volgen. Zij kwam steeds vaker ’s ochtends, als Bahram naar zijn werk ging, bezorgd informeren hoe het met me ging.”

Buurvrouw Jolanda was gescheiden en dat zette Yasamin aan het denken. Het was niet iets dat ze met haar familie kon bespreken, die zouden het als onbegrijpelijk en een grote schande zien. Ze besefte dat het loodzwaar zou worden, zonder inkomen, zonder opleiding, met de paar woordjes Nederlands die ze sprak. En met slechts één vriendin: haar buurvrouw. Maar wat was ze opgeschoten met haar vlucht uit Iran, nu ze met een soort van ayatollah leek samen te wonen?

SCHEIDEN
Tijdens weer een hoogoplopende ruzie kondigde ze aan te willen scheiden en vluchtte ze het huis uit.. Daar stond ze, met een klein koffertje met kleren. Bij Jolanda, in het huis naast dat van Bahram, kon ze niet blijven. Maar haar buurvrouw regelde via de wijkagent wel een plek in de vrouwenopvang. "Ik was blij dat ik de moed had gehad te vluchten, maar vanaf dat moment had ik geen idee wat ik moest doen. Ik had geen Plan B, ik had geen geld en ik kende niemand waar ik tijdelijk zou kunnen logeren. Ik stond er helemaal alleen voor. Die eerste nacht in de vrouwenopvang… Ik heb alleen maar gehuild.”

Zo breekbaar, zo kende Claudia haar niet. Die zag tijdens de inburgeringsles een veerkrachtige, stoere, dappere vrouw die inmiddels veel verder was. “Het gaat best goed met me, hoewel de vrouwenopvang na een jaar nog steeds niet echt als thuis voelt. Maar, ik sta op de wachtlijst voor een woning en hoop dat niet zo heel lang meer duurt. Ik heb, nu ik gescheiden ben, een urgentieverklaring.”

De wettelijke scheiding is rond, maar helemaal vrij voelt Yasamin zich nog allerminst. Ze ‘spijbelt’ regelmatig van de inburgeringscursus omdat ze zoveel mogelijk wil werken. “Ik heb veel geld nodig om ook mijn religieuze huwelijk te laten ontbinden”, zo legde ze uit aan de docent en aan Claudia.

NOG STEEDS ZIJN VROUW
In de Islam heeft een vrouw het recht een scheiding aan te vragen als daar een geldige reden toe is. Als er geen geldige reden is, dient de echtgenoot toestemming te geven. Hij kan daarvoor financiële compensatie vragen (bijvoorbeeld de bruidsschat).

“Als ik die scheiding niet goed regel, als ze Iran de echtscheiding niet erkennen, dan moet ik straks voor allerlei zaken nog toestemming vragen van mijn ex-man. Dan blijf ik afhankelijk van hem, zoals bijvoorbeeld bij het verlengen van mijn paspoort. En ik zal volgens de Iraanse wet dan ook nooit met een andere man mogen trouwen. Bahram wil financiële compensatie. En tot die tijd beschouwt hij mij dus nog steeds als zijn vrouw. Als zijn eigendom.”
RechtopneeNeegezegd